Je herkent het vast wel. Je start vol goede moed met een dieet. Het doel? 10 kilo kwijt geraken en als het even kan: zo snel mogelijk!
Je begint eraan, kookt volop gezonde maaltijden, zegt “nee” tegen van alles! “GOED BEZIG”, zeg je tegen jezelf (en je omgeving waarschijnlijk ook). In het begin vliegen de kilo’s eraf, maar op een bepaald moment gaat het steeds moeilijker. Soms doe je je stinkende best, om dan te merken op de weegschaal dat je amper bent afgevallen of.. nog erger… bent bijgekomen!? Doe je echt al die moeite voor zo’n slecht resultaat?
Je kan de fut steeds minder opbrengen om gezond te koken. De wilskracht om “nee” te zeggen neemt af en je vervalt in oude gewoonten.
Het probleem zit hem vooral in de aanpak van je doel. In dit artikel zet ik je op weg om het anders te doen én je kan een gratis mini-training volgen om echt aan de slag te gaan.
Fout 1: je doel is gefocust op het bereiken van een bepaald resultaat
Eerst en vooral: het is helemaal niet zo onlogisch dat je dit doet. Onze hele maatschappij is namelijk super resultaatgericht en dat heeft heel wat nadelen (cfr. de druk om goede rapporten te behalen op school etc).
Bij gewichtsverlies kan te sterk focussen op een resultaat behoorlijk demotiverend werken.
Je gewicht is sowieso onderhevig aan schommelingen die niets te maken hebben met je inspanning. Als het wat warmer is, kan het zijn dat je vocht vasthoudt, waardoor je meer weegt. Had je vorige keer toen je je woog net nog een vlot wc-bezoek achter de rug, en deze keer niet, zal je wat meer wegen. Komt je menstruatie eraan? Grote kans dat je meer weegt. Enz, enz.
Daarnaast zal je met een zelfde inspanning (een bepaald eetpatroon) in het begin sneller gewicht verliezen, dan als je al een tijdje bezig bent. Ten eerste verlies je in het begin vooral veel glycogeen en overtollig vocht, waardoor het eventjes super snel gaat. Pas daarna begin je aan je vetverbranding. Maar ook die zal langzamer gaan, omdat je lichaam minder energie verbruikt, naarmate je minder weegt. Het verschil tussen je energie-verbruik en je energie-inname, wordt dus langzaamaan minder groot: je valt dus trager af naarmate je meer in de buurt komt van je streefgewicht.
Ten slotte zijn er factoren die een invloed hebben op je gewicht, waar je vaak niks aan kan doen. Bepaalde hormonen of onderliggende aandoeningen kunnen een effect hebben, maar ook genetische factoren, het feit of je moeder bijvoorbeeld overgewicht had tijdens de zwangerschap, … Het kan dus zijn dat je een bepaald doel probeert te bereiken dat voor jouw lichaam gewoon niet (meer) realistisch is. Als je dan je inspanningen niet kan meer kan opbrengen, wanneer blijkt je doel niet bereikbaar is, zal je ze waarschijnlijk niet volhouden (waardoor je terug bijkomt).
Tip: kies dus geen resultaat als doel, maar kies voor een bepaald gedrag, waar je wél directe invloed kan op uitoefenen.
Bijvoorbeeld: “Ik wil 5 dagen van de 7 zelf een gezonde maaltijd koken.”
Fout 2: je neemt je voor om iets niet te doen
“Ik ga echt mijn best doen om de komende weken NIET te snoepen.”
Ik hoor het mijn cliënten héél vaak zeggen. Ten eerste is dit wel érg streng is en eigenlijk niet eens nodig.
Maar daarnaast blijkt uit onderzoek dat “iets niet doen” veel moeilijker waar te maken is, dan “iets wel doen”. Iets wat je niet mag doen, dat wil je toch juist eens zo graag doen? Niet?
Probeer maar eens niet aan chocolade te denken, als je het écht écht écht niet mag? Je gaat juist vooral wél aan chocolade denken. Het vervangen door iets dat je wél wil doen, blijkt beter te werken.
Tip: kies dus voor iets wat je wél gaat doen in de plaats van snoepen.
Bijvoorbeeld: “Voor tv ga ik een stuk fruit eten of iets van handwerk doen in plaats van te snoepen.”
Tip: je doel is niet realistisch
“Ik ben de laatste tijd elke dag bijna een uur aan het wandelen”, hoor ik ook ontzettend vaak. Voor me zit dan een trotse cliënt, maar zelf ben ik op dat moment altijd de party pooper, die zegt dat het misschien wat minder mag. Sorry, maar ik doe dat met een reden!
Want als je dat kan volhouden en je geniet ervan, zal dit waarschijnlijk helpen om (sneller) af te vallen. Maar de kans is groot dat het op een bepaald moment niet meer lukt om het élke dag te doen. En als je jezelf had voorgenomen om het wel elke dag te doen en het lukt niet meer, dan voelt het als falen.
“Ik had het me nog zó voorgenomen en in het begin lukte het ook, maar nu niet meer? Zie je wel, ik kan ook nooit iets vol houden!”
Dit laatste is namelijk wat ik zag gebeuren in de hoofden van mijn cliënten, nadat ze enkele weken eerder nog zo trots waren op hun prestatie. Gevolg: ze stoppen er helemaal mee. Dit is een typisch voorbeeld van zwart-wit denken.
Vandaar dat ik wat voorzichtiger ben en hen leer trots zijn op wat kleinere, maar haalbare doelen.
Tip: Maak je doel haalbaar: kies voor iets waar je 90% zeker van ben dat het je zal lukken. Als het dan effectief lukt, ben je trots en gemotiveerd om verder te doen.
Bijvoorbeeld: “Ik wil 3 keer per week een half uur wandelen.”

Gratis mini training - doelen stellen... en ze waarmaken
Wil jij beter worden in het stellen, maar vooral het behalen van jouw doelen?
Volg dan zeker mijn gratis training!
Ze bestaat uit 5 korte video’s waarin ik je uitleg wat voor doelen je best stelt en hoe je ervoor zorgt dat je ze waarmaakt. Daarbovenop krijg je een werkboek en een extra tracker om je hierbij te ondersteunen.
